Bij een CV-installatie hoort meer dan alleen de ketel.
Denk bijvoorbeeld aan radiatoren, convectoren en vloerverwarming.
Een radiator is eigenlijk niet anders dan twee geribbelde platen die tegen elkaar aan gelast zitten met een kleine tussenruimte tussen beide platen. In deze tussenruimte stroomt heet water met een temeratuur van 70°c. Deze warmte wordt overgedragen aan de stalen ribbelplaat waarna deze vervolgens warmte gaat afstralen.
Een convector werkt bijna hetzelfde, alleen zitten er in plaats van een grote ribbelplaat aan de buitenkant hele kleine lamellen. Deze lamellen worden warm en de lucht die tussen de lamellen hangt wordt hierdoor verwarmd waardoor deze lucht van nature gaat stijgen en rond circuleren.
Vloerverwarming werkt volgens het principe dat het warme water door slangen loopt. De slangen zijn ingegoten in de vloer en door het contact tussen de warme slang en de vloer warmt deze langzaam op.
Als we naar de geschiedenis van centrale verwarming (cv) kijken komen we uit in Parijs. Hier werd in 1716 de eerste soort van cv toegepast in een plantenkas. De eerste cv installatie die in een woonhuis toegepast werd stond in Londen deze werd geplaatst in 1819. Het eerste systeem in een woonhuis in Nederland werd geplaatst in 1838 in Amsterdam.